Longkanker begrijpen
De diagnose van longkanker treft niet alleen de patiënt maar ook zijn omgeving. Hier vindt u informatie die u zal helpen de ziekte beter te begrijpen.
De basisprincipes begrijpen
De rol van de longen is om zuurstof af te geven aan ons bloed, en zodat deze naar alle cellen van ons lichaam wordt getransporteerd. Zuurstof is noodzakelijk voor het metabolisch proces van ons lichaam.
4
We kunnen met één inademing 4 liter lucht opnemen, en zelfs meer tijdens een fysieke inspanning
20000
We halen gemiddeld 20.000 keer per dag adem
1
We kunnen 1 luchtballon vullen met de lucht die we op een dag inademen
300
De mens heeft 300 miljoen pulmonaire alveolen
Aangezien het lichaam zuurstof nodig heeft om goed te functioneren, inhaleren we bij elke ademhaling minimaal een halve liter lucht. Bij inspanning kan deze hoeveelheid variëren.
Structuur: hoe werken de longen?
We hebben twee longen: de linkerlong die bestaat uit twee kwabben en de rechterlong uit drie kwabben. Beide longen zijn rijk gevasculariseerd door bloed- en lymfevaten.
Wanneer we ademhalen, komt er lucht in de luchtpijp (trachea) en de 2 bronchiën. Deze 2 takken splitsen zich in steeds kleinere en fijnere vertakkingen, de bronchioli (luchtpijptakjes). De kleinste bronchioli eindigen in ongeveer 300 miljoen kleine zakjes, de alveolen (longblaasjes). Hier vindt de gasuitwisseling plaats: de zuurstof stroomt in het bloed en het koolstofdioxide wordt eruit geëxtraheerd en naar de longen geleid waar het wordt uitgeademd. We halen meestal 12 tot 15 keer per minuut adem.
Hoe ontwikkelt longkanker zich?
Celdeling is een natuurlijk proces van het lichaam. Wanneer de cellen echter op een ongecontroleerde manier prolifereren, waardoor het kader van de normale celdeling wordt overschreden, en ze het gezonde weefsel binnendringen en vernietigen, spreekt de medische wereld van een tumor. In de longen wordt dit soort tumor een bronchuscarcinoom genoemd.
De longkankercellen kunnen eveneens vanuit de primaire tumor via het bloed of het lymfestelsel naar andere organen migreren en daar uitzaaiingen vormen. Hiervoor gebruiken ze verschillende mechanismen. Ze kunnen zich oneindig delen, sommige groeisignalen produceren, aan bepaalde signalen ontsnappen die bedoeld zijn om de groei te stoppen, maar ook om de geprogrammeerde celdood stoppen. Deze signalen dienen normaal gezien om getransformeerde cellen te elimineren. De kankercellen kunnen het immuunsysteem ook ontwijken en eigen bloedvaten vormen om zich beter te voeden.

(1) De celdeling van een gezonde cel gebeurt op een gecontroleerde manier. (2) In geval van onherstelbare cellulaire schade, vernietigt de gezonde cel zichzelf. Dit is de celdood. (3) Wanneer de cel zichzelf, ondanks onherstelbare cellulaire schade, niet op een gecontroleerde manier vernietigt, spreken we van een kankercel. De cel groeit en deelt zich; we spreken dan van tumorale groei.
De verschillende vormen van longkanker: wat onderscheidt longkanker?
Meer dan de helft van de kankergezwellen in de longen ontwikkelt zich in het bovenste gedeelte van de long, vooral in de bronchi. De ligging van deze zone maakt het kwetsbaarder, omdat het vaker wordt blootgesteld aan externe schadelijke stoffen die het ontstaan van een tumor bevorderen. Maar geen enkel deel is beschermd tegen de ontwikkeling van een tumor.

De kankercellen hebben verschillende groottes, waardoor onderscheid kan worden gemaakt tussen niet-kleincellige longkanker en kleincellige longkanker.
Symptomen: hoe manifesteert longkanker zich?
In de meeste gevallen worden de symptomen van longkanker te laat waargenomen of worden ze verkeerd geïnterpreteerd. Deze kanker veroorzaakt inderdaad in de vroege stadia maar zelden problemen. Toch zijn er fysieke tekenen die ons kunnen alarmeren en waarvan de oorsprong door een arts moet worden opgehelderd:
- Hoest, inclusief hardnekkige rokershoest die plotseling verandert
- Kortademigheid en piepende ademhaling
- Pijn op de borst
- Heesheid en slikproblemen
- Ophoesten van bloed of bloederig sputum (slijm)
- Diffuse pijn op de borst of in de boezem
- Permanent gevoel van vermoeidheid of zwakte
- Belangrijk gewichtsverlies
Diagnose: longkanker
De long heeft geen sensorische pijnreceptoren (nociceptieve vezels) en de getroffen personen voelen in het begin niets. Daarom worden de meeste bronchiale carcinomen bij toeval ontdekt, bijvoorbeeld tijdens routineonderzoeken of voorafgaand aan een operatie. Aangezien longkanker niet altijd in een vroeg stadium duidelijk kan worden opgespoord, vereist een duidelijke diagnose verschillende onderzoeken.
Methoden: hoe verloopt de diagnose?
De verschillende onderzoeksmethoden dienen niet alleen voor het opsporen van longkanker, ze kunnen ook vitale informatie geven over de aard van de tumor, die belangrijk is voor zowel de prognose als de behandeling:
- Is dit een kwaadaardige tumor (maligniteit)?
- Wat voor soort longkanker is het?
- Waar bevindt de tumor zich precies in de long?
- Is de ziekte al in een vergevorderd stadium?
Na de anamnese, d.w.z. het registreren van uw medische voorgeschiedenis, uw manier van leven of uw huidige gezondheidsproblemen, zijn er verschillende onderzoeksmethoden. Deze keuze hangt af van uw persoonlijke situatie. Niet alle onderzoeken zijn nodig.
Stadiëring: d.w.z. de classificatie
De stadiëring van kanker helpt om de correcte behandeling van de ziekte te bepalen. De behandelingsopties variëren afhankelijk van het stadium. Er zijn een aantal criteria waarmee rekening wordt gehouden bij het toewijzen van de tumortypen aan de verschillende stadia.
Voor niet-kleincellige longkanker wordt de zogenaamde TNM-classificatie gebruikt, waarbij deze drie letters het volgende aangeven:
- T (tumor): betreft de uitbreiding van de tumor in het omringende weefsel. Deze waarde ligt tussen 0 en 4.
- N (nodes (klieren)): betreft de af- of aanwezigheid van uitzaaiingen in de lymfeklieren. Deze waarde ligt tussen 0 en 3.
- M (metastase (uitzaaiing)): betreft de af- of aanwezigheid van uitzaaiingen op afstand. Deze waarde ligt tussen 0 en 1.
De verschillende combinaties van T, N en M zijn gegroepeerd in 4 stadia, variërend van stadium I t/m IV.
Classificatie van de stadia I t/m IV op grond van de TNM-stadiëring
IA | De tumor is beperkt tot één long. |
IB | |
IIA | De kanker treft bovendien ten minste één lymfeklier aan de basis van dezelfde long en er is geen enkel teken die de aanwezigheid van uitzaaiingen op afstand in andere organen rechtvaardigt. |
IIB | |
IIIA | De tumor is al wijd verspreid in een long en heeft zich eveneens verspreid naar nabijgelegen en verder weg gelegen lymfeklieren, bijvoorbeeld in de basis van de andere long. In dit stadium zijn er ook geen uitzaaiingen op afstand. |
IIIB | |
IIIC | |
IV | De longkanker is op afstand uitgezaaid in een of meer organen. De grootte van de tumor, de omvang en de betrokkenheid van lymfeklieren spelen bovendien geen rol bij de stadiëring. |
Voor kleincellige longkanker worden twee stadia onderscheiden:
- Het beperkte stadium (limited stage, LS): de tumor is beperkt tot één long en één helft van de borst (thorax).
- Het uitgebreide stadium (extensive stage, ES): de tumor is al uitgezaaid naar de tweede long, buiten de long (bijvoorbeeld in de borstwand) of in andere organen.